Nederlandse Familienamenbank |
Groen | < |
Groenen Groen, de Groen, in 't Groen in 't Woud Groentjes |
verklaring:
1. Bijnaam op basis van het adjectief groen in relatie tot de kleur groen voor een groen persoon, waarmee als letterlijke toepassing gedacht kan worden aan iemand met groene kleding, bijvoorbeeld met een kenmerkende groene jas. In Groningen had men bijvoorbeeld het Groene Weeshuis, het Blauwe Weeshuis en het Rode Weeshuis, zo genoemd naar de kleur van de klederdracht van de weeskinderen.
Zou ook een figuurlijke betekenis van toepassing geweest kunnen zijn, zoals groen in de betekenis van jeugdig, onrijp en onervaren? Toepassing van deze figuurlijke betekenis was al vroeg in de Middeleeuwen bekend. Zou als bijnaam misschien toegekend kunnen zijn aan iemand die een frisse en montere indruk maakte. Bij deze 'adjectivische' verklaring passen in ieder geval de naamvormen met lidwoord De Groen en De Groene.
2. Eventueel is sprake van een beroepsbijnaam voor een groenteteler of tuinder. Vergelijk Groenier en Groenteman. En vergelijk de benaming Groenmarkt voor de groentemarkt en Groenhof voor een hof waar groengewassen geteeld werden. Een mooi voorbeeld van een achternaam waarin plaatsaanduiding en beroep samengaan is de naam Bladergroen: voorouder Cornelis van Bladerengroen was in de 17e eeuw een tuinder op een kwekerij bij Delft.
3. Mogelijk als adresnaam een verwijzing naar een toponiem 'het Groen', vergelijk de familienamen Van (der) Groen, Te Groen en In 't Groen, die aan percelen met moestuinen kunnen refereren, of op een groene omgeving duiden; in Abcoude stond de herberg De Pauw in 't Groen (een straatnaam herinnert eraan). Groen verwijst als een vondelingennaam naar de vindplaats het Lamgroen ('t Lammeken in 't Groen) in Den Haag. We denken ook aan een verkorte vorm van een van de vele toponiemen die met groen beginnen. Her en der lopen Groenstraten door een opvallend groen landschap. Elders is de Groeneweg een met gras begroeide weg; zo is de Groenedijk inderdaad een 'groene dijk'.
De kleur groen is geliefd in de toponymie. Groen beantwoordt aan een idyllische voorstelling van het landschap. Vergelijk toponiemen als Groenestein, Groenendaal, Groenewoud, Groeneveld en de daaraan ontleende familienamen. Groeneveld is de meest voorkomende familienaam van alle namen die op een samengesteld toponiem teruggaan.
4. Ten slotte kan rekening worden gehouden met een patronymische verklaring: een oude Germaanse persoonsnaam Groen of Grono is bijvoorbeeld bekend uit de plaatsnaam Groningen en uit Groenink, een boerderijnaam in het oosten des lands met de betekenis '(bezit) van Grone en de zijnen'. De woordbetekenis van het naamselement is overigens eveneens 'groen'. De familienaam Groen zou in dit verband ook kunnen aansluiten bij de familienamen Groenhart, Groenhard, Groener en Groenert. De naamvorm Groenert is overigens een Surinaamse naam; ook Groenhart is in de 19e eeuw door personen aangenomen die met deze naam als vrijgelatenen uit de slavernij in de burgerlijke stand zijn opgenomen. Deze namen komen mogelijk voort uit Duitse naamvormen: Grünhardt, Gröner, Gruner, Grüner, Grunert, Grünert.
Citeren:
Leendert Brouwer, 'Groen', in: Nederlandse Familienamenbank = CBG Familienamen, Amsterdam, Meertens Instituut / Den Haag, CBG Centrum voor familiegeschiedenis, 2000...
kenmerken:
adjectief | metonymische beroepsnaam | adresnaam | patroniem |
vondeling |
Veel voornamen die aan de basis van patroniemen liggen worden verklaard in de
Nederlandse Voornamenbank
specifieke componenten:
geen affix |