Nederlandse Familienamenbank |
Groen | < |
Groenen Groen, de Groen, in 't Groen in 't Woud Groentjes |
varianten en/of samenstellingen:
Cespedes Y Groen, Green, Greene, Groen van Prinsterer, Groen van Wettum, Groen in 't Woud, Groen in 't Wout, De Groen, In 't Groen, Te Groen, Van Groen, Van der Groen, Groene, De Groene, Groenema, Groenemans, Groenen, Groenentwout, Groener, Groenert, Groenia, Groenier, Van Groenigen, Groeninga, Van Groeninge, Van Groeningen, Groenings, Groenink, Groenje, Groenman, Groensma, Groente, Groenteman, Groentjes, Gruhn, Grühn, Grun, Grün, Grüne, Gruntjens, Grüntjens, Gruntjes, Grüntjes, Klevant Groen, Mekenkamp Groen, Oude Groen, Van Russen Groen, Thieme Groen.
In samengestelde namen, waarvan de meeste met betrekking tot toponiemen: Bladergroen, Eve(n)groen, Groenbast, Groenberg, Groenboom, Groenbos, Groenbroek, Groendijk, Groeneboer, Groeneboom, Van Groenedaal, Groenefeld, Groenefelt, Groenekaas, Van de Groenekan, Groenemeijer, Groenenberg, (Van) Groenenbergh, Groenenboom, (Van)(de/den) Groenendaal, Van (den) Groenendael, (Van den) Groenendal, Groenendijk, Groenenschild, Groenensteijn, Groenenstein, Groenenstijn, Groenescheij, Groeneschild, Groenestege, (Van) Groenesteijn, (Van) Groenestein, Groenesteyn, (Van) Groenestijn, Groeneveld, Groeneveldt, Groenevelt, Groenewal, Groenewald, Groeneweegen, Groeneweg, Groenewege, Groenewegen, Groenewold, (Van 't) Groenewolt, (Van)(het) Groenewoud, Groenewoudt, (Van 't) Groenewout, Groeneyk, Groenfeld, Groenfelt, Groenhagen, Groenhard, Groenhart, Groenheide, Groenheiden, Groenheijde, Groenheijden, Groenheim, Groenhof, Groenhoff, Groenhorst, Groenhout, Groenhuijse, Groenhuijsen, Groenhuijzen, Groenhuis, Groenhuizen, (Van) Groenland, Groenleer, Groenloo, Groennou, (Van) Groenou, Groenouwe, Groensmit, Groenstad, Groenstege, Groenveld, Groenwold, Groenwoud, Groenwoudt.