Nederlandse Familienamenbank

Naam 
Lucas
< Luijkx (y) < Luijks (y)
Luiken
Luijk (y)

verklaring:
Patroniem ontstaan uit de voornaam Luik(s) of Luuk(s), een vorm van Lucas.

Citeren:
Leendert Brouwer, 'Luijkx (y)', in: Nederlandse Familienamenbank = CBG Familienamen, Amsterdam, Meertens Instituut / Den Haag, CBG Centrum voor familiegeschiedenis, 2000...


kenmerken:
patroniem
oude spelling

Veel voornamen die aan de basis van patroniemen liggen worden verklaard in de
Nederlandse Voornamenbank

specifieke componenten:

s ij-y

ij-y

In de Nederlandse Familienamen Databank is uit practisch oogpunt geen onderscheid gemaakt tussen naamvormen met ij en y. De namen De Bruijn en De Bruyn zijn in één lemma ondergebracht. In taalkundig opzicht is dit overigens niet onterecht: de y in De Bruyn is immers geen i-grec, maar een ij zonder puntjes die in feite hetzelfde letterteken is als de ij met puntjes. In de meeste Nederlandse namen met een y betreft het deze puntloze ij, een relict dat in ons alfabet weliswaar de vorm van de Griekse y heeft aangenomen, maar zondermeer met de ij gelijkgesteld kan worden. In moderne spelling zouden beide grafemen in combinatie met een andere klinker inmiddels door een enkele i zijn vervangen: De Bruijn > De Bruin.

In wezen bestaat het typisch Nederlandse letterteken uit twee letters. Het is ontstaan uit ii = een lange i, die later ter verduidelijking als ij werd geschreven en nog later als tweeklank ij (ei) werd uitgesproken. Van de 16de tot de 18de eeuw, toen het schrift nog geenszins genormaliseerd was, werd de ij vaak zonder punten geschreven. Hetzelfde letterteken werd gebruikt als variant van de i (yemant, cleyn). In lopend schrift ging daardoor het onderscheid tussen i, ij met en y zonder punten verloren. De verwarring is nog vergroot omdat in het alfabet aan de ij, die strikt genomen als i + j behoort te worden behandeld, de plaats vóór de z werd toegewezen, terwijl in andere talen daar de y (i-grec) is geplaatst. Deze Griekse y (upsilon) is in feite een andere letter die het Nederlands in leenwoorden tot zich heeft gekregen.

• "In de Renaissance spelde men lange klinkers in gesloten lettergrepen veelal door verdubbeling van de klinker: maan, been (iets wat tegenwoordig de regel is). Naar analogie daarvan werd de lange [ie] in gesloten lettergrepen gespeld als ii. Vanwege de leesbaarheid gaf men echter algauw de tweede i een haal naar beneden: ij of y. Zo vinden we naast elkaar de spellingen wiif, wijf, en wyf, waarin de tekens ii, ij of y spellingvarianten zijn. Pontus de Heuiter koos in zijn 'Nederduitse ortographie' van 1581 voor de spelling ij, die hij grote, dubbele of lange i noemde en die hij uitsprak als een [ie]-klank. De tekens ij, y en ii bleven in gebruik, terwijl de klank geleidelijk verschoof van een lange [ie] naar een [ei]. Ds. L. van Bolhuis meldt in 1776 dat de lange ij een verdubbelde i of ii is, waarvan de laatste met een haal naar beneden getekend wordt ter onderscheiding van de u. (...) De spelling ii verdween al geleidelijk in de zeventiende eeuw, maar de varianten y en ij (dus met en zonder puntjes) bleven nog eeuwenlang naast elkaar bestaan. Uiteindelijk koos Adriaan Kluit in zijn 'Vertoog over de tegenwoordige spelling der Nederduitsche taal' van 1763 voor de nog steeds geldende regel dat de letter ij geschreven wordt voor de klank [ei], en de letter y voor de [ie]-klank in leenwoorden (bijvoorbeeld in cyclus). Het feit dat de ij en de y lange tijd als spellingvarianten zijn beschouwd, blijkt nog uit de spelling van de hoofdletter IJ in plaats van Ij. Dat is naar analogie van Y, en wijkt af van Ei" [Nicoline van der Sijs, 'Etymologica: de korte ei en de lange ij', in: Onze Taal 72 (2003), nr 5, p 130-131].
• [Jan Stroop, '"Maar 't is eigenlijk Oleislagers." Over persoonsnamen en de lexicale leemte', in: Neerlandistiek Online 13-2-2017: http://www.neerlandistiek.nl/2017/02/maar-t-is-eigenlijk-oleislagers/].
• [M. Philippa, 'Van woord tot woord: ij = ei = ie?', in: Onze Taal 55 (1986), nr 6, p 84].
• "Bij de vocalen is de Belgisch-Nederlandse geografische tegenstelling in de spelling nog meer uitgesproken: de lange klinker -a- in FN als Claes, Adriaens, Dehaene wordt in Belgische FN in de regel weergegeven met -ae-, in Nederlandse FN daarentegen met -aa- (kaart 2: 'klaas': spelling -aa-/-ae-). De diftong -ui- in FN met kuiper verschijnt in België haast uitsluitend als -uy-, in Nederland als -ui- en bovendien als -uij- in het westen en zuidoosten van Nederland" [Marynissen-1995, p 145].

afkortingen en bibliografische notaties: